Op vrijdag 19 februari ging het SPE op speerpuntbezoek bij Stichting Nisa for Nisa. In 2020 heeft de organisatie binnen het speerpunt ‘Zelfbewust Opgroeien’ budget toegekend gekregen voor het project ‘Zelfbewust Opgroeien met Social Media’. Sociale media platformen zoals Snapchat, Instagram, Facebook, TikTok en Walkie-Talkie zijn niet meer weg te denken uit het leven van jongeren. Het brengt ze plezier en het is een manier om in contact te blijven met anderen, maar er zitten ook risico’s aan verbonden. Zeker voor een groep kwetsbare meiden. Zo hebben sociale media een grote invloed op het zelfbeeld en het gedrag van jonge meiden. Online zijn kwetsbare meiden een makkelijk slachtsoffer voor groomings- en exposingspraktijken. Met dit project wil Nisa for Nisa kwetsbare meiden voldoende kennis, zelfvertrouwen, eigenwaarde en communicatieve vaardigheden meegeven, zodat zij bewuster en zelfstandiger om kunnen gaan met sociale media.
Het SPE is op bezoek bij de bijeenkomst waarin meiden in gesprek gaan over de positieve en negatieve kanten van verschillende sociale mediakanalen. Dit doen ze onder leiding van trainster Yasmine. De bijeenkomst start met een stelling: ‘’Jongeren zijn zich niet bewust van wat je online kan delen en wie je kan vertrouwen’’. De meiden zijn het allemaal eens met de stelling. Wanneer er doorgevraagd wordt blijkt echter al snel dat de groep zich erg bewust is van de risico’s die er online zijn en het feit dat je niet iedereen kan vertrouwen. Zij weten dit dus heel goed, ze geven alleen aan dat je geen zicht hebt op wat je online deelt, omdat alles wat online komt een eigen leven gaat lijden. Het internet is permanent en je weet niet waar jouw foto’s belanden.
‘’Ik denk dat door al het exposen er ook een soort bewustzijn gegroeid is. Hiervoor hoorde je er juist weinig over. Doordat exposen nu zo in het nieuws komt weten mensen wat het is en welke risico’s er vast zitten aan online dingen delen.’’
De angst om exposed te worden speelt heel erg onder de groep meiden. Zo wordt Younes Ouaali, die meiden op sociale media exposed, veel genoemd als iemand waar ze bang voor zijn. Ze keuren zijn gedrag en video’s af, maar leven wel in angst om door zo’n persoon exposed te worden. Om deze redenen houden de meiden hun sociale media profielen privé.
De groep geeft ook aan dat het lastig is, omdat ze hier thuis of op school niet over kunnen praten. Vanuit de omgeving is er heel weinig begeleiding op het thema sociale media, daarom vinden ze dit project zo belangrijk. Hier kunnen ze hun zorgen en dilemma’s bespreken met iemand die hun belevingswereld snapt. De meiden dingen dat meer positieve rolmodellen op het gebied van sociale media ook goed zou kunnen helpen. Dit zouden BN’ers kunnen zijn, maar ook de gemeente. Het zelfvertrouwen van meiden moet in het ook ondersteund worden. Alleen op deze manier wordt je weerbaar.
‘’Ik zou thuis zo graag te horen krijgen dat ik er leuk uit zie, maar dat hoor ik niet. Online krijg ik die validatie wel, dat voelt fijn en dan voel ik me goed over mijzelf, dus dan zoek ik dat eerder op door het posten van een mooie foto’’’.
Na de stelling vraagt trainer Yasmine aan de meiden om op de verschillende posters die door de ruimte hangen de positieve en negatieve kanten van verschillende sociale mediakanalen te noteren. Ze doen dit voor TikTok, Walkie-Talkie, Facebook en Instagram. Het valt op dat de meiden dit goed in kunnen schatten, maar dat seksistisch gedrag richting vrouwen en meiden online erg genormaliseerd wordt. Zo worden vrouwen op onder andere Walkie-Talkie vaak zonder enige aanleiding ‘hoer’ genoemd. De meiden geven aan dat dit natuurlijk niet kan, maar dat ze zich er maar gewoon niks van aantrekken want het gebeurt toch wel.
De laatste oefening van de bijeenkomst heet ‘Over de streep’. Hierbij moeten de meiden over een streep in de ruimte stappen, wanneer ze te maken hebben gehad met een situatie die de trainster ze voorlegt. Hieruit blijkt al snel dat veel meiden te maken hebben gehad met online interacties waar ze geen goed gevoel aan over hebben gehouden. Verschillende meisjes gaven aan dat hun foto’s op lokale Instagram accounts worden gepost met vragen zoals: ‘’Loyaal of niet?’’ of ‘’Zouden zij een goed koppel zijn?’’. Dit gebeurt zonder toestemming en de meiden ontvangen hier vaak veel negatieve reacties op vanuit hun omgeving. Dit geeft ze een naar gevoel en maakt ze bang om nog dingen te delen.
Nisa for Nisa weet deze meiden tijdens de bijeenkomsten een veilige ruimte te bieden om hun online ervaringen te delen en hun angsten te bespreken. Daarnaast draagt het project zichtbaar bij aan het vermogen van de meiden om de risico’s van online gedrag in te schatten en te beperken.