Op 17 mei organiseerde het SPE in samenwerking met GGD Amsterdam een kennissessie over het belang van de bestaanszekerheid in de eerste 1000 dagen. Deze speciale editie stond geheel in het teken van het vergroten van vrouwen hun bestaanszekerheid in de eerste 1000 dagen en de belangrijke rol die zelforganisaties hierin spelen. De eerste 1000 dagen zijn ontzettend belangrijk voor een gezonde en kansrijke start van een kind, maar zijn voor vrouwen in een kwetsbare- of afhankelijke positie niet altijd zorgeloos. Zelforganisaties hebben een belangrijke signalerings-, preventie- en doorverwijzingsrol richting (hulp)instanties in de stad. Tijdens de sessie waren er daarom zowel zelforganisaties als formele (hulp)instanties uit verschillende stadsdelen uitgenodigd om aan te sluiten. 

Het SPE en GGD Amsterdam merken dat organisaties zich niet voldoende bewust zijn van het belang van bestaanszekerheid in de eerste 1000 dagen. Zelforganisaties geven aan dat zij over onvoldoende kennis over bestaans(on)zekerheid beschikken, en handvatten missen om te kunnen handelen in bepaalde situaties die buiten hun expertise liggen, zoals huisvesting. Daarbij kan een sterke aansluiting in de samenwerking tussen formele (hulp) instanties en zelforganisaties, een oplossing vormen. Helaas ontbreekt deze samenwerking nu vaak nog, waardoor doorverwijzen vanaf beide kanten niet altijd lukt. Daarom was er binnen deze bijeenkomst aandacht voor zowel kennisuitbreiding als netwerkversterking. Aan de hand van de workshop ‘Gezonde en Kansrijke Start’ verzorgd door Linda Leijdekker van GGD Amsterdam, leren de deelnemers hoe bestaansonzekerheid zich kan presenteren, leren zij signalen van bestaansonzekerheid te herkennen, en maken zij kennis met het netwerk van hulporganisaties. Daarna volgt een workshop van SPE die in het teken staat van het versterken van het netwerk tussen zelforganisaties en formele (hulp) instanties, waarin randvoorwaarden opgesteld worden om de samenwerking te bevorderen.  

Workshop: Gezonde en Kansrijke Start
In het eerste onderdeel leren de deelnemers wat bestaanszekerheid is en hoe bestaansonzekerheid zich kan presenteren. Bestaansonzekerheid kan bijvoorbeeld ontstaan door financiële problemen, zoals het gebrek aan geld voor (gezond) voedsel of het onvermogen om zorg(kosten) te betalen. Daarnaast kan het ontbreken van een woning, een instabiele woonsituatie, of een ongezonde leefomgeving door tocht, vocht, schimmel, of te veel huisgenoten in een kleine ruimte ook bijdragen aan bestaansonzekerheid. Daarna worden er enkele voorbeelden gegeven over hoe organisaties deze bestaansonzekerheid kunnen signaleren, ook in een vroeg stadium. Op deze manier kunnen zij eerder handelen, en schadelijke praktijken voorkomen. De belangrijkste tips die werden gegeven tijdens de workshop zijn: 

  • Blijf goed doorvragen, op die manier ontdek je wat de vrouw nodig heeft en hoe jij als organisatie kan ondersteunen 
  • Durf de zorgvraag ook bij een andere organisatie te leggen 
  • Emotionele en praktische steun uit de omgeving en verbondenheid met de samenleving helpen het gezin om het kind een kansrijkere start te geven, ondanks bestaansonzekerheid 

Tot slot krijgen de deelnemers een infographic mee met informatie over signalen van bestaansonzekerheid en andere handige tips over wat jij als organisatie kan doen wanneer je problemen hebt gesignaleerd.   

Workshop: Versterken netwerk zelforganisaties en formele instanties.
In de tweede workshop gaan de organisaties samen in gesprek over hoe zij dit netwerk tussen zelforganisaties en formele hulpinstanties kunnen versterken. Aan de hand van een wegwijzer stellen de organisaties samen de verwachtingen en randvoorwaarden op voor een succesvolle samenwerking. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in de verschillende manieren van werken: waar liggen je krachten en je grenzen/beperkingen? En waar en hoe kunnen we elkaar versterken?  

De organisaties worden verdeeld over verschillende groepen gebaseerd op de stadsdelen waarin ze werken. Hierdoor kunnen organisaties elkaar beter leren kennen en vinden in de wijk. Een aantal randvoorwaarden die werden benadrukt zijn: 

  • Een meer multiculturele/inclusieve benadering in werkwijze, adviezen en onderzoek 
  • Kennis hebben van elkaars expertise 
  • Toegankelijkheid van beide partijen 
  • In contact blijven door bijvoorbeeld netwerkbijeenkomsten 
  • Warme overdracht van de ene naar de andere organisatie, door bijvoorbeeld een contactpersoon in te zetten die zich hier volledig mee bezig houdt 
  • Gemaakte afspraken vastleggen in een contract 

Tijdens de kennissessie hebben de deelnemers kennis gekregen over bestaanszekerheid en concrete inzichten en handvatten gekregen om de samenwerkingen tussen formele hulpinstanties en zelforganisaties te versterken. De organisaties gingen niet alleen naar huis met vaardigheden en kennis die zij kunnen inzetten in hun werk, maar ook met nieuwe contacten voor potentiële samenwerkingen. Om deze samenwerking blijvend te stimuleren heeft het SPE een smoelenboek ontwikkeld, zodat alle aanwezigen makkelijk met elkaar in contact kunnen blijven.